Jaarrekening 2019

05. Transformatie in het Sociaal Domein

Wat zijn de ontwikkelingen?

Inleiding
Binnen dit programma heeft de gemeente de opgave om inwoners goede ondersteuning en zorg te bieden, dichterbij de inwoners, op maat en in samenhang georganiseerd. Deze opgave is te omschrijven als de transformatie binnen het Sociaal Domein. In de transformatie werkt de gemeente aan sterkere sociale structuren in de dorpen, een sterker aanbod aan algemene voorzieningen, een goede toegang en monitoring. De gemeente regelt dat de gevraagde individuele ondersteuning beschikbaar, kwalitatief goed en direct inzetbaar is. Keuzevrijheid voor inwoners is daarbij belangrijk.

De gemeente werkt hierbij met het model van de piramide van eigen kracht. In de top van dit model zijn de individuele voorzieningen te zien, in het middenstuk de collectieve voorzieningen en de toegang tot de zorg en ondersteuning en in het onderste deel de versterking van de sociale structuren in onze dorpen. De beweging die de gemeente wil maken, is inzetten op groen en blauw en op samenhang tussen de kolommen. De integrale doelstellingen zijn opgenomen in (dit) programma 5. In bijgaand schema ziet u in welke programma’s u de onderdelen van de transformatie kunt vinden. Daarnaast valt een klein deel van de activiteiten ook onder de programma’s 3, 4 en 9.

De gemeente zag de afgelopen jaren een grote toename van de uitgaven in het Sociale Domein en een  stijgende lijn van de vraag naar zorg en ondersteuning. In 2019 zette deze trend zich voort. Het verschil tussen de uitgaven en de middelen van het Rijk die de gemeente ontvangt blijft groot. De gemeente legde daarom de focus op de taskforce Sociaal Domein met als doel de transformatie te versnellen en daarmee de uitgaven in het sociale domein te beheersen. Onderstaand vindt u de resultaten die de gemeente in 2019 bereikte.

Taskforce sociaal domein
In  2019 werkte de gemeente verder aan de deelprojecten van de taskforce Sociaal Domein, zoals deze in onderstaande infographic verwoord zijn.



Uit de evaluatie van de taskforce bleek dat de Taskforce als werkwijze een succes was. Onderstaand kort nog enkele resultaten specifiek vanuit de Taskforce.

Contractbeheer
In 2019 zette de gemeente extra in op lokaal contractbeheer. De afstemming met beleid, regio en Sociale Dorpsteams resulteerde in een snellere en betere aanpak van signalen rondom zorgaanbieders. De lokale zorgaanbieders zijn in beeld en worden gesproken.
In regionaal verband werd een regionale visie op inkoop, contractmanagement en –beheer en informatiemanagement ontwikkeld. Door versterking van de regio werd de lokale inzet minder urgent.

Sociale Dorpsteams
Hoewel de Sociale Dorpsteams problemen ervoeren met de bezetting als gevolg van wisselingen van personeel en krapte op de arbeidsmarkt, konden er belangrijke verbeteringen worden doorgevoerd. Door een systeem van triage aan de voorkant worden vragen op de juiste manier opgepakt. Daarnaast droeg binnen de dorpsteams de vorming van expertiseteams bij aan het borgen en verbeteren van de expertise. Ook zijn aan de hand van een zelfevaluatie verbetertrajecten gestart. En tot slot: zowel lokaal als regionaal startten de trainingen voor casusregie/coördinatie van zorg.

Basishulp
De gemeente verbreedde de opdracht aan de Stichting Sociale Dorpsteams met lichte opvoedondersteuning, sociale vaardigheidstrainingen en ondersteuning bij echtscheiding.

Scholen
De gemeente maakte afspraken met de Sociale Dorpsteams en scholen voor primair onderwijs over de inzet van schoolconsulenten en ging in gesprek met het primair onderwijs om de samenwerking te verbeteren (zie verder ook programma 7).

Huisartsen
De gemeente startte met praktijkondersteuners Jeugd bij huisartsen.

Sturingsinformatie
De gemeente verbeterde de inrichting van het administratiesysteem. Hierdoor kwam er beter zicht op het zorggebruik en de stand van zaken bij de uitgaven.
De gemeente bracht door middel van zorgpaden het zorggebruik in beeld en deed door middel van deze zorgpaden onderzoek naar de inzet van jeugdzorg op scholen.
In de regio stelden de gemeenten de gezamenlijke wensen voor sturingsinformatie vast.

Inkomstenvergroting
De gemeente deed een succesvol beroep op de compensatieregeling voogdij voor € 1.400.000.
De gemeente wist landelijk aandacht te krijgen voor de problematiek rond de tekorten Sociaal Domein. Dit resulteerde in enkele optredens van bestuurders in de landelijke media.

(Boven)regionale samenwerking
Binnen het Sociaal Domein werkt de gemeente nauw samen met andere gemeenten: regionaal met  de gemeenten Bunnik, De Bilt, Wijk bij Duurstede en Zeist in de regio Zuidoost Utrecht (ZOU) en bovenregionaal met de andere gemeenten in de provincie Utrecht.
De gemeenten kochten gezamenlijk zorg in voor de Jeugdwet en Wmo-begeleiding. Zij startten een traject om te komen tot nieuwe en betere inkoopafspraken per 1 januari 2021 en zetten gezamenlijk in op beter contractmanagement en - beheer en een betere sturingsinformatie. De gemeenten werkten samen op tal van andere onderwerpen.

De minister van VWS (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) deed een voorstel voor meer regionale samenwerking op het gebied van jeugdzorg. In onze regio doen de gemeenten dit al en brengen zij aansluiting tussen lokale en (boven) regionale jeugdzorg tot stand.
Bovenregionaal besteedden de gemeenten de essentiële functie (zeer specialistische jeugdhulp) aan, gericht op het verminderen van verblijf. Deze liep uit, waardoor de contracten tot 1 april 2020 werden verlengd.
Ook werkten de gemeenten samen als opdrachtgever voor Samen Veilig Midden Nederland (SVMN). SVMN stelde een verbeterplan op en implementeerde de verbeterde Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. De nieuwe meldcode zorgde er voor dat meer situaties van (vermoedelijk) huiselijk geweld en kindermishandeling werden gemeld bij SVMN.
Regionaal voerden de gemeenten de Transformatieagenda Jeugd verder uit en werkten aan een betere aansluiting tussen jeugdzorg en passend onderwijs (zie programma 7).

Woonplaatsbeginsel Jeugdwet
Het woonplaatsbeginsel in de Jeugdwet regelt welke gemeente financieel verantwoordelijk is voor de jeugdhulp en heeft een directe link met het financiële verdeelmodel in de Jeugdwet. Vanwege de complexiteit van de invoering van een nieuw woonplaatsbeginsel en de gevolgen van de Corona-crisis is dit uitgesteld naar 2022.

Programma “Geweld hoort nergens thuis”
Dit landelijke programma richt zich op het tijdig herkennen van de signalen van huiselijk geweld en mishandeling en het doorbreken van de cirkel van geweld. Dit werd vertaald in een geactualiseerde regiovisie huiselijk geweld en kindermishandeling. Het afgelopen jaar werkte de gemeente aan de totstandkoming van deze regiovisie, die in 2020 wordt vastgesteld.

Wmo-abonnementstarief
In 2019 werd het Wmo-abonnementstarief ingevoerd. Dit leidde tot lagere inkomsten aan eigen bijdragen. Het verwachte effect van een aanzuigende werking zag de gemeente vooral bij de aanvragen voor huishoudelijke hulp.

Door-decentralisatie Beschermd Wonen

De gemeente bereidde de door-decentralisatie van Beschermd Wonen voor. Deze krijgt financieel zijn beslag vanaf 2022.  In 2019 bereikte de gemeente de volgende resultaten:

  • Vaststelling van bestuurlijke afspraken ambulantisering Beschermd Wonen.
  • Vaststelling van de landelijke afspraken rondom landelijke toegankelijkheid  Maatschappelijke Opvang.
  • In de prestatieafspraken met de woningcorporaties nam de gemeente inspanningen op ten aanzien van deze doelgroep.
  • De samenwerkende gemeenten bepaalden een gezamenlijk regionaal standpunt over  de toekomstige (financiële) samenwerking in ZOU-verband en in U-16 verband rondom Beschermd Wonen.

Aanpak personen met verward gedrag
Samen met de gemeente De Bilt ontving de gemeente voor twee jaar een subsidie van € 241.200 van ZonMw, een organisatie die onderzoek en innovatie stimuleert op het terrein van gezondheid en zorg. Met deze subsidie startten deze gemeenten samen met onze ketenpartners het project “Een nieuwe uitvoeringspraktijk” met als doel een integrale aanpak te realiseren in de praktijk. Hierbij dient de leefwereld van kwetsbare inwoners als uitgangspunt.

Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) (zie ook programma 2)
In 2019bereidde de gemeente de implementatie van de Wvggz voor in samenwerking met de gemeenten Bunnik, De Bilt, Wijk bij Duurstede en Zeist. Deze regionale samenwerking resulteerde in het formuleren en vaststellen van een gedeelde werkwijze binnen Zuidoost Utrecht. De meldingen over personen met verward gedrag worden lokaal ontvangen en beoordeeld door de Sociale Dorpsteams. Een eventueel opvolgend diepgaand verkennend onderzoek wordt op specialistische en neutrale wijze uitgevoerd door  GGDrU. Afhandeling van acute meldingen blijft een burgemeestersbevoegdheid en is ongewijzigd lokaal geborgd. De Wvggz is per 1 januari 2020 succesvol geïmplementeerd in de samenwerkende gemeenten.

Loondispensatie (Paricipatiewet)
Het kabinetsplan om loondispensatie in de Participatiewet in te voeren, is niet doorgegaan. Er bleken veel zorgen te bestaan over de gevolgen van invoering van loondispensatie in de Participatiewet voor de mensen om wie het gaat. De inzet is nu een verbetering en vereenvoudiging van de loonkostensubsidie en daarnaast andere maatregelen om mensen met een beperking aan het werk te helpen. Dit wordt het breed offensief genoemd.

  • Verdere opgaven

Buurtgezinnen
De gemeente gaf Buurtgezinnen een structurele opdracht voor het koppelen van vraaggezinnen aan steungezinnen.

Kinderen met een Plus
In 2019 liep de pilot ‘Kinderen met een Plus’. In deze pilot werkte een jeugdhulpwerker in VVE (Vroeg- en voorschoolse educatie)-groepen om gedragsmatige problematiek van de kinderen in een vroeg stadium te signaleren. Hierdoor konden kinderen op de groep begeleid worden in plaats van een dagbehandeling elders. Ook zijn kinderen die voorheen naar een dagbehandeling gingen, geplaatst op een VVE-groep.

Verbeterplan RDWI
RDWI heeft afgelopen jaar de bedrijfsvoering verbeterd aan de hand van het opgestelde verbeterplan.

Strategische kaders Participatiewet
Uw raad stelde, evenals de raden van de andere deelnemende gemeenten in de regio Zuidoost Utrecht, de kadernotitie ‘Participatie, werk en inkomensondersteuning in Zuid-Oost Utrecht 2020-2023’ vast.

Motie schuldhulpverlening
In 2019 startte de gemeente met het ontwikkelen van een plan om schulden vroegtijdig in kaart te brengen. Hiervoor voerde zij een analyse uit en richtte een stuurgroep op waar diverse lokale en regionale partijen aan deelnemen. De stuurgroep bereidde het  project voor dat  fungeert als regionale pilot. Dit project heeft ten doel om inwoners vroegtijdig te kunnen ondersteunen en om de onderlinge samenwerking te versterken.
Daarnaast stemde de gemeente in met het regionale beleidsplan schulddienstverlening 2020-2023 van de RDWI. Het beleidsplan geeft richting aan de ontwikkeling van de schulddienstverlening de komende jaren.

Kader stellen voor innovatiegelden
Het college nam zich voor kaders vast te stellen voor de inzet van innovatiegelden en besloot dit mee te nemen in de herijking van de beleidskeuzen Sociaal Domein. Deze herijking vindt in 2020 plaats.
In het kader van de Taskforce startte de gemeente met het maken van maatschappelijke kosten-batenanalyses (mkba’s). Hiervoor trainde de gemeente medewerkers om een toepasbare en eenduidige systematiek te gebruiken.  Deze methodiek maakt inzichtelijk op basis van welke aannames wordt gewerkt en hierop kan later getoetst worden.

Lasten & baten

Bedragen x € 1.000

Lasten

€ 47.924

37,8 %

Baten

€ 11.246

9,1 %

ga terug